Controleer het oliepeil van je auto om de 2500 km.
Olie is van levensbelang voor een goede werking van de motor in je auto, bedrijfswagen, camper en 4×4. Olie heeft namelijk de volgende functies:
- Het vermijden van contact tussen de bewegende delen
- Een goede afdichting tussen zuigers en cilinders
- Het afvoeren van warmte afkomstig van het verbrandingsproces
- Het opnemen en afvoeren van verbrandingsresten en slijtagedeeltjes
- Bescherming van de inwendige motoroppervlakken tegen roest
- Het dempen van het geluid.
Het mag aan de hand van bovenstaande punten duidelijk zijn dat olie een belangrijke functie bekleedt in een automotor. Een te laag oliepeil kan daarom schadelijk zijn voor de motor (een te hoog peil trouwens ook). Er wordt dan ook geadviseerd om het oliepeil van je auto om de 2500 km te controleren.
De betrouwbaarste meting wordt verkregen bij een koude motor vóór de start. Meteen na het afzetten van de motor krijg je een verkeerd resultaat. De peilstok geeft dan een te laag peil aan, omdat de olie geen tijd heeft gehad om terug te lopen naar het oliecarter. Hieronder wordt uitgelegd hoe je het beste het oliepeil kunt controleren.
Oliepeil controleren bij een koude motor
Controleer je oliepeil alleen bij een koude motor. Controleren bij een warme motor kan bij verkeerd handelen leiden tot ernstige brandwonden!
Hierbij een stappenplan om uw oliepeil te controleren:
- Zorg dat de auto horizontaal staat
- Haal de peilstok uit de motor
- Veeg de gehele peilstok schoon
- Steek de schone peilstok terug in de motor
- Haal de peilstok na 2 seconden weer uit de motor
- Controleer het oliepeil met de peilstok.
- De olie moet tussen het MIN- en MAXstreepje staan. Als de olie dichter bij het MIN-streepje ligt, kunt u om te beginnen 0,5 liter olie bijvullen. Vul bij totdat de olie dichter bij het MAX-streepje dan bij het MIN-streepje op de peilstok ligt. Overschrijd het MAX-streepje niet!